Waarom zijn wij nodig?

De inspiratie voor onze stichting komt voort uit de recente successen van Urgenda, die de beroemde klimaatzaak tegen de staat won, de milieugroep MOB en Werkgroep Behoud de Peel die het falende stikstofbeleid door de rechter veroordeeld wist te krijgen. Daarnaast won Milieudefensie de zaak tegen Shell waardoor de oliereus werd gedwongen tot snellere stappen richting klimaatneutraal ondernemen. Ook zagen wij dat in de USA een organisatie genaamd ‘EarthJustice' actief is. Deze behartigt al jaren zeer succesvol de belangen van de aarde. Het motto van EarthJustice is: “We go to court to defend the planet and its people”. In Nederland tonen successen van organisaties als Urgenda en MOB aan dat ook hier de kracht van de wet op dit moment één van de meest effectieve middelen is om op te komen voor de belangen van natuur, het milieu, kortom de aarde.

 De initiatiefnemers zagen ook dat voor initiatieven die de kracht van de wet benutten om op te komen voor de aarde verschillende knelpunten en barrières bestaan:

  • Veel burgers weten niet goed weten welke stappen zij kunnen nemen als zij ervaren dat natuur en milieu bedreigd worden doordat wetten onvoldoende gehandhaafd of uitgevoerd worden.
  • Bestaande burgerinitiatieven ervaren drempels die hun effectiviteit in de weg staan:
    • de financiële middelen voor het voeren van de procedures en de juiste juridische ondersteuning daarbij.
    • de benodigde specifieke expertise (de 'tegenpartij' heeft vaak grote bureaus in dienst die expertise aan boord hebben)
    • goede kennisuitwisseling waardoor best practices snel beschikbaar zijn en van elkaar geleerd wordt.

De Stichting Advocaat van de Aarde wil dat burgerinitiatieven en organisaties aan slagkracht winnen, ondersteuning met kennis, expertise en financiële middelen.

En voor alle duidelijkheid: liever waren wij helemaal niet nodig en houdt de overheid zichzelf aan de eigen wetten. Maar helaas is dit (nog) niet het geval.

Rechters moeten ingrijpen als het recht op leven wordt geschonden

Dat de rechter de Nederlandse staat verplichtte om meer klimaatmaatregelen te nemen ontlokte velen de vraag: gaat de rechter niet op de stoel van de politiek zitten? Op exact die vraag promoveerde Laura Burgers in 2020, vijf jaar na de eerste Urgenda-uitspraak. Zij ontkent dat de rechter zijn boekje te buiten ging: ‘Rechters moeten ingrijpen als de democratische meerderheid mensenrechten dreigt te schenden.’ En dat is het geval, zo werd geoordeeld door de rechters in de Urgenda-zaak, tot aan de Hoge Raad aan toe. Onder meer het ‘recht op leven’ werd geschonden.

 Kim Putters, Voorzitter van de SER, schets het heel treffend in zijn interview met de Volkskrant van 12 januari j.l.: ‘Wanneer de politiek-bestuurlijke elite weigert aan te geven waar de samenleving heen gaat, dan stappen burgers naar de rechter om een richting af te dwingen. Zeggen ze: u heeft verdragen getekend, beloften gedaan, maar u maakt het niet waar. Dan krijg de rechterlijke macht een positie in dat krachtenveld.’

Was de uitspraak in de Urgenda zaak revolutionair?

Als je de geschiedenis van de rechtspraak erbij haalt dan is het een logische ontwikkeling, aldus Jelmer Mommers. Al in 1919 zorgde de Hoge Raad voor een doorbraak door in een arrest te schrijven dat gedaagde fout zat omdat hij handelde in strijd met de ‘maatschappelijke zorgvuldigheid’. 

 ‘Dat was een geheel nieuw criterium’, aldus Mommers, ‘de letter van de wet was vanaf dat moment niet langer de enige maatstaf: de rechter zou vanaf nu ook zelf gaan beoordelen of mensen fatsoenlijk en zorgvuldig met elkaars belangen waren omgesprongen. Zo ontstonden ‘ongeschreven rechtsregels’ die door niemand anders geschreven zouden worden dan door rechters. Niet in de wet, maar in vonnissen en arresten. Het was het begin van een juridische revolutie. De rechter kreeg een veel belangrijker functie binnen de democratische rechtsstaat: in situaties waarover de wet zweeg, ging de rechter mede bepalen wat wel en niet mocht.  Het was een nieuwe macht waar rechters heel voorzichtig en terughoudend mee zouden omspringen en die toch voor veel wrijving met de politiek zou zorgen’.

‘Zo begaf de rechter zich al honderd jaar geleden in steeds politieker vaarwater.  Hij ging noodgedwongen maatschappelijke belangen tegen elkaar afwegen. Wat is bijvoorbeeld belangrijker, economische winst of de zekerheid dat een fabriekswerker zijn hand niet verliest?’ 



Burgers is de mond steeds meer gesnoerd

De rol van Milieuorganisaties om op te komen voor natuur en milieu is steeds belangrijker geworden, want de mogelijkheden van burgers om hiervoor te komen  zijn de afgelopen 10 jaar steeds verder ingeperkt

Actio Popularis: Elke burger kon naar de rechter

Lang geleden kon iedereen bij de rechter aankloppen met een milieukwestie omdat iedereen belang heeft bij een gezond milieu. Dit heet de ‘actio popularis’. Jargon voor de regeling dat iedereen naar de rechter kan. 

Twintig jaar geleden besloot de politiek de actio popularis te schrappen uit het milieurecht. Hierdoor kunnen burgers enkel nog procederen over milieubesluiten in hun directe omgeving. Een milieuvergunningsbesluit voor een gevaarlijke fabriek aanvechten staat met die wetswijziging enkel nog open voor direct omwonenden van die fabriek. In de rechtspraktijk komt dit neer op een cirkel van enkele honderden meters rond de bouwlocatie tot maximaal duizend meter bij hele grote fabrieken. 

2010 Artikel 1.6 Crisis en Herstelwet : Burgers wordt het fors moeilijker gemaakt

Maar dit was pas de eerste inperking.  Met de Crisis- en Herstelwet van 2010 hebben onze politici het burgers fors moeilijker gemaakt om een milieu rechtszaak te starten. Voor een rechtszaak is een goede voorbereiding nodig. Voor een grote categorie milieubesluiten hebben onze politici bepaald dat met ingang van 2010 een beroepschrift binnen 6 weken na het bestreden besluit moet zijn ingediend. Grote milieubesluit dossiers bestaan uit vele technische rapporten, gebaseerd op bijzondere en kostbare expertise over bijvoorbeeld geluid, verkeer, stikstof, stank, gevaarlijke stoffen, brandrisico enz. Het opstellen van die rapporten (voor een fabriek, woonwijk, wegtracé enz.) heeft vaak meerdere jaren geduurd. Al die rapporten in 6 weken doorploegen op juistheid is voor burgers vaak onbegonnen werk. En anders een titanenklus.

2013 Relativiteitsvereiste: Nog meer beperkingen

Een nog grotere beperking is de wetswijziging van 1 januari 2013 waardoor burgers en belangenorganisaties enkel nog argumenten bij de rechter mogen inbrengen die een eigen concreet belang raken. Dit is het zogenoemde relativiteitsvereiste, geregeld in artikel 8:69a Algemene wet bestuursrecht. Als een omwonende-burger die opkomt tegen een milieuvergunningsbesluit voor Tata Steel of Schiphol wil die bijvoorbeeld ook argumenten bij de rechter kunnen aanvoeren over bedreigingen van omliggende natuurwaarden. Maar sinds 2013 mag een burger die op meer dan ca. 200 meter van een natuurgebied woont tegen de rechter niets meer aanvoeren over natuur bijvoorbeeld geluid of fijnstof  normering als die zich op meer dan 200 meter afspeelt. Hiermee zijn de mogelijkheden voor burgers om over milieubesluiten te procederen drastisch beperkt. Hiermee is bij wet definitief gezegd dat het milieu niet langer van iedereen is, maar ophoudt bij de voordeur. 

Per saldo kunnen sinds 2013 dus enkel nog milieuorganisaties milieubesluiten meer volledig door de rechter laten toetsen

Daarom is het zo belangrijk deze organisaties te ondersteunen.



Internationale ontwikkelingen

 Gelukkig zijn er een aantal belangrijke verdragen zoals het Parijs akkoord uit 2015 waarin 195 landen het eens werden over een ambitieus, bindend en billijk mondiaal klimaatakkoord, dat de basis legt voor het internationale en nationale klimaatbeleid voor de komende decennia. Ook de recente

VN-top biodiversiteit in Montreal biedt hoop. Bijna 200 landen zijn het eens geworden over maatregelen om ecosystemen en dier- en plantensoorten te beschermen. Er is onder meer afgesproken dat in 2030 zeker 30 procent van al het land en water op aarde beschermd gebied moet zijn.

Ook de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 biedt perspectief en vormt de basis van de natuur­bescherming in de EU en is een belangrijk onderdeel van de Europese Green Deal. De belangrijkste acties die uiterlijk in 2030 moeten zijn uitgevoerd, zijn:

  • ervoor zorgen dat ten minste 30% van het zee- en land­oppervlak van de EU bestaat uit beschermde gebieden, onder meer door de bestaande Natura 2000-gebieden uit te breiden;
  • aangetaste ecosystemen in de EU herstellen via specifieke afspraken en maatregelen – zoals het gebruik en het risico van pesticiden verlagen met 50%, en 3 miljard bomen aanplanten in de hele EU;
  • € 20 miljard per jaar toewijzen om de biodiversiteit te beschermen en te promoten via EU‑fondsen, en met nationale en particuliere middelen;

Waar de politiek faalt kunnen rechtszaken hulp bieden

Zoals geschetst zijn er goede internationale afspraken over het verminderen van klimaatverandering en het stopzetten van het verlies aan biodiversiteit. Maar ondanks deze afspraken draalt de politiek. Mark Rutte wil olympisch kampioen klimaat worden, liet hij vorig jaar weten na de overstromingen in Limburg, België en Duitsland en het jongste alarmerende VN-klimaatrapport, maar de Nederlandse Staat ging wel telkens in beroep om de Urgenda eis af te wentelen. En minister Adema vindt het tempo waarmee Brussel de aangescherpte natuurdoelen wil halen, in de huidige Nederlandse situatie niet haalbaar en niet realistisch. Er gaapt dus een kloof tussen ambitie en actie.

Wij voorzien daarom dat er volop mogelijkheden zijn om via de rechter deze kloof te dichten. Het Parijs -en Montreal akkoord kunnen hierbij van groot belang zijn, evenals de Europese Green Deal.

Daarnaast zullen internationale verdragen zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) een belangrijke rol kunnen blijven spelen en wellicht artikel 21 van de Nederlandse Grondwet.



Advocaat van de Aarde 
draagt bij aan een betere wereld voor volgende generaties

 

Doneer

Herstel Biodiversiteit

Schoon water

Meer natuur

Schone lucht