Model-bezwaar of beroep tegen Omgevingsvergunningen die zijn afgegeven zonder “aanhakende” Wnb vergunning (recht van vóór 1 januari 2024)
> Lees eerst de toelichting onderaan!
Wij voeren een nieuwe bezwaar/beroepsgrond aan tegen [Wabo-vergunning ***] in aanvulling op de eerder [in *** (documenten)] aangevoerde gronden tegen de verlening van de vergunningen voor het project ***. Deze aanvullende bezwaar/beroepsgrond wordt ingegeven door de uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 18 december 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:4909 en 4923).
_____
[in bezwaar: De verleende vergunning moet worden herroepen en de vergunning moet in bezwaar alsnog worden geweigerd,]
[in beroep: Het besluit waarbij de vergunning is verleend, moet worden vernietigd,]
omdat er in de vergunning – in strijd met de regels van de Wnb/Wabo en de Habitatrichtlijn – vanuit is gegaan dat geen Wnb-vergunning nodig was. Dat uitgangspunt berust op het oordeel in de voortoets, dat op basis van een vergelijking van het project met de referentiesituatie (intern salderen) significante negatieve effecten op de omliggende Natura 2000-gebieden [****] bij voorbaat waren uitgesloten.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft in haar uitspraken van 18 december 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:4909 en 4923) intern salderen als mitigerende maatregel gekwalificeerd. In de voortoets mag enkel rekening worden gehouden met onderdelen in het ontwerp van het project die daar inherent deel van uitmaken en die de schadelijke gevolgen van dat project beperken. Intern salderen kan als mitigerende maatregel alleen worden betrokken bij de passende beoordeling wanneer wordt aangetoond dat die maatregel (het wegstrepen van de vergunde stikstofruimte) niet al nodig is op grond van art. 6 lid 1 of 2 van de Habitatrichtlijn (additionaliteitsvereiste).
___
[variant: Wnb/Omgevingsvergunning Natura 2000-activiteit afgegeven zonder onderzoek (additionaliteitsvereiste). [Bevoegd gezag] heeft voor het project een Wnb-vergunning verleend op basis van een vergelijking van het project met de referentie-situatie (intern salderen), echter zonder na te gaan of die maatregel (het wegstrepen van vergunde stikstofruimte) niet al nodig was op grond van art. 6 lid 1 (instandhoudingsgebod) of 2 (verslechteringsverbod) van de Habitatrichtlijn, het additionaliteitsvereiste.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft in haar uitspraken van 18 december 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:4909 en 4923) intern salderen als mitigerende maatregel gekwalificeerd. Blijkens deze uitspraken kan dat intern salderen (het wegstrepen van vergunde stikstofruimte) als mitigerende maatregel worden betrokken worden bij de passende beoordeling, maar alleen als voldaan wordt aan het additionaliteitsvereiste.]
____
[conclusie in beide varianten]
[in bezwaar]
Wij verzoeken U – mede op grond van het bovenstaande – uw besluit te heroverwegen en na heroverweging te besluiten om geen omgevingsvergunning te verlenen.
[als het om een beroep bij de bestuursrechter gaat:]
Wij verzoeken u om het besluit d.d…………………te vernietigen , met veroordeling van ……………in de kosten van deze procedure.
Toelichting
Dit model kan dienen voor de uitbreiding van een bezwaar of beroep in een lopende procedure met de grond dat in de voortoets ten onrechte al intern is gesaldeerd (Rendac- en Amercentrale-uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 18 december 2024). Dit betreft dan zaken waarin het recht geldt van vóór 1 januari 2024 (inwerkingtreding Omgevingswet). Toen was er sprake van afzonderlijke vergunningen onder de Wet natuurbescherming en de Wabo. Er bestaat wel een aanhaakplicht. Die aanhaakplicht maakt het mogelijk om in een procedure over de Wabo-vergunning te klagen over het feit dat de Voortoets verkeerd is uitgevoerd (want: toepassing gevend aan interne saldering).
Onder de Omgevingswet is de samenloop tussen bescherming van de natuur en andere omgevingsrechtelijke aspecten geregeld in verschillende activiteiten, waarvoor niet per se tegelijk vergunning behoeft te worden gevraagd, maar die uiteindelijk wel alle in een enkele Omgevingswet-vergunning een plaats dienen te krijgen. Stikstofemissies dienen dan geregeld te worden als “Natura 2000-activiteit”, een mogelijke inbreuk op de bescherming van soorten in een “Flora- en fauna-activiteit”. Onder de Omgevingswet klaagt men dus over het uitvoeren van activiteiten op basis van een onvolledige Omgevingswet-vergunning.
