Evaluatie van curieuze tussenuitspraak van A15 door Raad van State Door Johan Vollenbroek Voorzitter MOB 5 april 2023
Primair is van belang dat het om een tussenuitspraak gaat. De uitspraak over de passende beoordeling en externe saldering komt later.
Verder zijn de volgende punten van belang:
- De uitspraak suggereert dat rekenafstand van 25 km in het Aeriusmodel betrekking heeft op alleen ”de aanleg of verbreding van een weg of de oprichting of uitbreiding van een veehouderij”. Hoe zit dat met woningbouw?
- Onduidelijk is of deze rekenafstand ook mag worden gebruikt bij bijvoorbeeld Tata, de grootste stikstofbron van Nederland, waardoor ruim 98% van de stikstof uitstoot niet meer mee zou hoeven te worden genomen. De grootste kolencentrale van Nederland RWE met een zeer hoge stikstofuitstoot zou dan geen natuurvergunning nodig hebben. Hierdoor zouden zones in Nederland ontstaan waarin industrie vergunningvrij kan bouwen en in bedrijf zijn. Of dit ook de bedoeling is van de uitspraak wordt niet duidelijk. Dit is evident een duidelijk manco in de uitspraak.
- Het SRM2-model (dat alleen voor verkeer wordt gebruikt) onderschat de stikstofdepositie als gevolg van wegverkeer zoals MOB duidelijk heeft laten zien. Met andere woorden: het wegverkeer wordt bevoordeeld t.o.v. andere bronnen als bijvoorbeeld de landbouw en industrie. Dit SRM2-model wordt echter alleen gebruikt bij de vergunningverlening. Voor landelijke depositieberekeningen, waarin de stikstofdeposities worden gemonitord, gevalideerd en beleidsmatig beoordeeld, wordt dit SRM2-model niet gebruikt en zijn de stikstofberekeningen wel compleet. De opvatting van de Raad dat SRM2-model wel mag worden gebruikt voor depositieberekeningen is technisch niet navolgbaar.
- De Habitatrichtlijn vereist een wetenschappelijke onderbouwing dat geen negatieve effecten op natuurgebieden zullen optreden als gevolg van een project. De Raad van State draait dat hier om met de overweging dat niet vanuit een bepaalde plek in de natuur te traceren is van welke bron de stikstof afkomstig is. Echter, daar gaat het niet om. Het gaat erom dat een nieuwe bron een significante toename van stikstofdepositie kan veroorzaken, ook buiten de 25 km zone. Dat er een onzekerheid van bijvoorbeeld plus minus 50% in kan zitten is niet van belang. De cruciale vraag is of er een toename is.
- De conclusie van de Raad dat het Aeriusmodel met afkap op 25 km de ‘beste wetenschappelijke kennis is” is evident onjuist.
- De uitspraak van de Raad dat 25 km een aanvaardbare afkapgrens is daarmee niet wetenschappelijk onderbouwd. Zeker voor grote industriële bronnen is dit wetenschappelijk gezien onhoudbaar.
- De Raad onderkent dat er ook stikstofdeposities als gevolg van de A15 kunnen optreden buiten de 25 km zone. Echter, de Raad zegt hiermee dat voor stikstofdepositie buiten de 25 km grens niet het project of een bedrijf voor verantwoordelijk is maar de Staat.
- Deze opvatting van de Raad heeft als gevolg dat de druk op het kabinet om piekbelasters zonodig met dwang (onteigening, intrekking van vergunningen) alleen maar groter is geworden. Immers, stikstofdeposities van nieuwe bronnen als A15 en veel stikstof uitstotende industrie moeten worden opgevangen c.q. te niet moet worden gedaan door landelijke maatregelen.
- Vooral industrie en luchtvaart profiteren van de 25 km afkap in te Aeriusmodel.
- Met deze uitspraak komt de gedwongen uitkoop van veehouderijen pregnanter in beeld, te meer omdat maar een klein deel van de veebedrijven van plan is om vrijwillig te verkopen.